Huisstijl is de visuele presentatie van een organisatie. Met behulp van een aantal basiselementen wordt een consistent beeld neergezet dat de identiteit van de organisatie weergeeft. Uniforme kleding is één van deze elementen, naast logo, kleur, de typografie en eventueel nog een aanvullende vormentaal.
Het consistente gebruik van een uniforme kleding (en een beperkte hoeveelheid kleuren) draagt bij aan een grotere herkenbaarheid van de organisatie.

Er bestaan drie identiteitsstructuren die een organisatie kan aannemen.
•    de hele organisatie heeft één identiteit
•    de verschillende organisatieonderdelen hebben eigen identiteiten, die op een bepaalde manier met elkaar samenhangen
•    alle onderdelen van de organisatie hebben eigen identiteiten, die op geen enkele manier naar elkaar verwijzen.

Deze structuur moet duidelijk zijn voordat een weloverwogen kledingkeuze kan worden gemaakt:
•    de hele organisatie draagt dezelfde kleding(serie)
•    de verschillende organisatieonderdelen dragen dezelfde kleding(serie), maar met verschillende kleur/kleuraccenten of verschillende modellen
•    alle onderdelen van de organisatie dragen verschillende kleding(series)

De kledingkeuze is net als een logo een onderdeel van de identiteit. De herkenbaarheid op de lange termijn is belangrijker dan het effect op de korte termijn. Het naleverbaar zijn op langere termijn is hierbij net zo belangrijk als het bewaken van de kwaliteit door een juiste naleving van het onderhoud.

Daarnaast is goed gekozen kleding een belangrijk onderdeel van de identiteit en het imago van een bedrijf. De identificatie van de eigen medewerkers met de organisatie wordt vergroot, de herkenbaarheid voor de klanten wordt verbeterd en het biedt onderscheid met de concurrentie.

De belastingdienst eist dat bij kleding met een privé karakter elk kledingstuk wordt voorzien van een of meer logo’s met een totale oppervlakte van 70 cm2 per kledingstuk.
Aangezien de plaatsing van een logo gevolgen kan hebben voor de uitstraling van de kleding moet deze eis worden opgenomen in de keuze van de kleding.
Wanneer eenmaal gekozen is voor één of meer kledinglijnen kan worden gestart met een plan van aanpak:

1. Eerst wordt een inventarisatie gedaan van de randvoorwaarden:
• Voor wat voor bedrijf is de kleding bedoeld (medisch, overheid, receptie, winkel, enz.)
• Welke uitstraling moet de kleding hebben? (Zakelijk, warm, persoonlijk, medisch)
• Zijn er kleuren die gebruikt moeten worden? (Bijvoorbeeld vanuit de bestaande huisstijl)
• Welke kernwaarden voor het imago zoals professioneel,  vrolijk, uitgesproken, sober
• Moet de huisstijl gevolgd worden of moet de kleding in de confrontatie met de klant een ander effect hebben

2. Vervolgens worden kleuren en modellen(series) gekozen. Hierbij wordt steeds uitgegaan van het belang en de samenhang van functionaliteit, uitstraling en kwaliteit.

3. Als de keuzes eenmaal zijn gedaan wordt een passessie georganiseerd. Hier wordt de kleding per medewerker individueel doorgepast. Per persoon worden maten en artikelen bepaald.

4. Waar nodig worden kledingstukken afgespeld en vermaakt en daarna per persoon afgeleverd.